De Helmondse Lambertusparochie in 1912.

De pastorie is te zien midden onder op de luchtfoto. Duidelijk is hoe groot het pand is in vergelijking tot de huizen ernaast. De bovenverdieping heeft zeven grote ramen. De oude pastoor-deken Van de Heuvel had in 1908 stuivertje gewisseld met Johan Hendrik Hubert Marie Adelmeijer. Van professor aan het kleinseminarie in Sint-Michielsgestel naar pastoor in Helmond en omgekeerd. Adelmeijer werd vier jaar later al benoemd tot pastoor in Den Bosch en vertrok weer uit de Helmondse pastorie. Het vertrek van een pastoor betekende ook voor de pastoorsmeiden dat ze vertrokken. Francisca van der Aa was al zijn dienstbode op het kleinseminarie en volgde hem ook weer naar Den Bosch. Als pastoor kon hij zich twee dienstbodes permitteren en meteen na zijn komst naar Helmond nam hij Anna Maria van Wijk in dienst. Ook die ging in 1912 met de pastoor mee naar Den Bosch. Op de tweede foto is Adelmeijer te zien.

De opvolger van Adelmeijer werd Matheus Petrus Paulus Rath. Omdat die nog geen eigen dienstbodes had, nam hij drie nieuwe aan. Pastoor en personeel waren daarmee compleet vervangen. Maar in die tijd had iedere parochie meerdere kapelaans. In de Lambertus waren er bij het vertrek van Adelmeijer twee. De eerste was Bernardus Hendrikus van der Hagen. De andere was Peter Pulsken. Maar kort daarna, in juli 1912, vertrok Pulsken naar zijn nieuwe standplaats Haaren. De nieuwe kapelaan werd de net tot priester gewijde Daandels uit Uden. Hij bleef twaalf jaar kapelaan van de Lambertus tot zijn vroege dood in 1924. Bernardus van der Hagen, die als jong kapelaantje in 1898 naar Helmond was gekomen, was in 1912 de enige constante factor in de pastorie. Hij zou lang in Helmond blijven. Hij werd enkele jaren later bouwpastoor van de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming. En hij bleef daar pastoor tot zijn overlijden in 1951.

Johan Hendrik Hubert Marie Adelmeijer. Fotograaf Foto-atelier Prinses.